'Vioolklier'
Heb je weleens gehoord van de vioolklier? Katachtigen en sommige hondachtigen hebben een zogenaamde staartklier. Deze huidklier bestaat uit meerdere groepen grote talgklieren, geurklieren en speciale zweetkliertjes.
Ongeveer 5-10 centimeter (handbreedte) vanaf de staartbasis is de concentratie van klieren het grootst. Dit groepje klieren vormt samen de vioolklier. Een andere naam voor deze klier is de wolfsklier (zie foto hieronder). Bij meeste honden is deze klier niet direct zichtbaar zoals dat bij wolven, vossen en jakhalzen wel het geval is. Men spreekt ook wel van het ‘wolfsteken‘. Het is te herkennen aan vettige haren met soms een andere structuur of kleur van de haren.
Lees meer over de staartklierproblemen bij de kat in het artikel ‘Katerstaart bij de kat‘.
Staartklier bij de hond
De staartklier is een samengestelde klier die bij meeste honden voorkomt op de bovenzijde van de staart (bij de staartaanzet). De speciale zweetklieren maken feromonen aan waarmee dieren onderling kunnen communiceren. De feromonen worden aan een eiwitcomponent uit de geurklieren en vetcomponent uit de talgklieren gebonden. Hierdoor blijven de feromonen langdurig op de huid en vacht aanwezig. De door de staartklier geproduceerd feromonen spelen een rol bij herkenning van andere honden, markeren van het territorium en de voortplanting.
De geurklieren zijn hepatoïde huidklieren. Dit zijn een soort aangepaste talg- en zweetklieren in de huid. Deze klieren worden niet alleen op de plek van de staartklier gezien. Ze komen ook voor in het gebied rondom de anus (perianaal), bij de voorhuid van reuen, liezen, binnenkant dijen en op de rug.
Bij microscopisch onderzoek hebben deze cellen overeenkomsten met levercellen, vandaar de naam ‘hepatoïd’ (‘hepar’ is het Griekse woord voor lever).
Staartklierproblemen
In principe hebben alle honden een staartklier. Maar in aanleg en ontwikkeling van deze speciale huidklier zijn er grote verschillen. Het hepatoïde klierweefsel ontwikkelt zich o.a. onder invloed van androgenen (geslachtshormonen) vanaf de puberteit.
Gedurende het leven blijft de staartklier zich verder ontwikkelen. Hierdoor is de vioolklier bij oudere dieren vaak beter zichtbaar. De haren zijn vaak stugger en harder, echter kunnen ze ook uitvallen en een kale plek achterlaten. Bij sommige honden zijn de haren ook donker en gepigmenteerd. De huid kan ook dikker en harder aanvoelen. Soms is er zelfs een duidelijke zwelling zichtbaar vlakbij de staartbasis.
Bij reuen zijn de veranderingen vaak duidelijker dan bij teefjes, zeker als de honden niet gecastreerd zijn.
De veranderingen van haarkleur en structuur of haaruitval worden bij deze oudere dieren niet als probleem gezien. In medische termen spreekt men van ‘fysiologische hyperplasie‘. Hyperplasie is het proces waarbij een orgaan of weefsel vergroot, door hoge of abnormale celdeling.
Het is echter ook mogelijk dat de staartklier door ziekte overactief wordt, er is dan sprake van pathologische hyperplasie.
Mogelijke oorzaken overactieve staartklier
- Overmaat aan androgenen door bijvoorbeeld een testikeltumor
- Verstoring van de geslachtshormonen ('sex hormone imbalance')
- Hypothyreoïdie
- (herhaald) Trauma
- Obesitas
Zeker bij een overmaat aan ‘mannelijke’ geslachtshormonen (androgenen) is er een duidelijke verdikking van de huid te zien. Het hepatoïde klierweefsel maakt ook meer (zichtbaar) vet aan. Soms is er zelfs helder vocht uit te drukken.
De huid van rondom de vioolklier kan ook ontstoken of geïnfecteerd raken. De hond kan dan last krijgen en aan de staart willen bijten of likken (teken van jeuk of pijn). De huid kan geïrriteerd raken en kapot gaan. Bij infecties kunnen ook korstjes, huidplekjes en pus ontstaan.
Behandeling
Bij oudere (mannelijke) honden met een milde verdikking van de huid, stugge haren, (beginnende) kale plek of wat vettige haren is niet direct behandeling noodzakelijk. Het is mogelijk om de gevoelige huid daar met milde huidverzorgingsproducten te verzorgen. Hierbij geldt wel: hoe minder vaak, hoe beter. We willen de staartklier niet overactief maken.
Een heel mooi verzorgingsproduct voor de staartklier is de Maxani Regular Mousse (No Fragrance). Deze kun je bijvoorbeeld 1x per week gebruiken: kleine hoeveelheid mousse zacht inmasseren en laten opdrogen.
Omdat de veranderingen ter hoogte van de staartklier ook door ziekte kan ontstaan, is het advies om onderliggende oorzaken uit te sluiten. Hierbij zal voornamelijk gekeken worden naar de schildlkierfunctie en geslachtshormonen. Bij obesitas en (herhaald) trauma volgt een apart diagnostisch en behandeltraject. In meeste gevallen zullen de staartklierproblemen verdwijnen als de onderliggende oorzaak verholpen of behandeld wordt. Bij geïrriteerde of ontstoken staartklier is natuurlijk wel aanvullende behandeling noodzakelijk. Is de vettige vacht erg storend, dan kun je gebruik maken van een speciale anti-seborroe shampoo of mousse.
Voorbeelden anti-seborroe producten geschikt voor behandeling van een staartklierproblemen:
- Maxani SeboSilk shampoo
- ICF Zincoseb shampoo
- Douxo Seb shampoo of mousse
- Dermoscent Essential 6 Sebo shampoo
Schildklier
In het artikel ‘Te traag werkende schildklier: diagnose‘ lees je meer over hypothyreoïdie en het stellen van de diagnose.
Geslachtshormonen
Bij gecastreerde honden zullen geslachtshormonen doorgaans niet meer voor problemen zorgen. Maar is jouw hond nog ‘intact’ dan is het belangrijk dat de testikels goed nagevoeld worden. Bij teefjes is al snel een echo van de buik nodig om de eierstokken in beeld te kunnen brengen. Een testikeltumor is overigens niet uitgesloten bij normale palpatie van de testikels. Met de echo kan de dierenarts kijken of er rare vlekjes of verdachte veranderingen zichtbaar zijn. Dit sluit helaas (micro)tumoren niet uit. Soms is dus chirurgische castratie noodzakelijk met aansluitend weefselonderzoek (pathologie). Dit doen we alleen bij sterke aanwijzingen voor een testikeltumor. Afhankelijk van het type testikeltumor zijn er in de anamnese en het lichamelijk onderzoek aanwijzingen te vinden.
Bronvermelding: ESAVS Dermatology course II (2016), Masterproef “Onderzoek naar de staartklier bij de hond” door M. Verwoerd (’08-’09)