Informatieve website over huidproblemen voor huisdiereigenaren

Meest voorkomende huidtumoren (kat)

Home / Alle artikelen / Meest voorkomende huidtumoren (kat)

Huidtumoren bij de kat

De huid is een van de meest voorkomende plekken in het lichaam waar tumoren gezien worden of tot uiting kunnen komen. Een tumor is een massa (gezwel) van abnormale cellen en kan goed- of kwaadaardig zijn. Bij katten zijn 20% van alle tumoren huidtumoren.

Naast huidtumoren kunnen bepaalde tumoren van verschillende organen, zoals thymus, alvleesklier en lever, zich manifesteren als uiteenlopende huidproblemen waaronder kaalheid en schilfering van de huid.

Bij katten zijn de meest voorkomende huidtumoren (in aflopende volgorde): basaal cel tumor, plaveiselcelcarcinoom, mastceltumor en fibrosarcoom.

Basaal cel tumor

Een basaal cel tumor (BCT) bij katten is een veelvoorkomende huidtumor. Zo’n 11-30% van alle huidtumoren zijn BCT’s (goed- en kwaadaardig).

Een basaal cel tumor ontstaat door abnormale groei van basaal cellen in de opperhuid (stratum basale, zie afbeelding hieronder), haarzakjes, zweet- of talgklieren. Meeste BCT’s zijn goedaardig. De kwaadaardige variant komt minder vaak voor en heet ‘basaal cel carcinoom’. De Siamees lijkt hier gevoeliger voor te zijn. 

Bij mensen lijkt UV-licht een rol te spelen in het ontstaan van BCT’s. Bij katten weten we de oorzaak van deze tumor niet. Gezien ze vaak op behaarde huid ontstaan, lijkt de rol van UV-licht geen rol te spelen.

Net zoals veel andere tumoren, wordt een BCT vaker bij oudere katten gezien (>7 jaar, gemiddeld 10 jaar). Deze tumoren worden meestal als enkelvoudige bultjes of knobbels aangetroffen op kop, nek, schouders en ledematen. De kwaadaardige variant wordt nog weleens op de neusspiegel of oogleden gezien.

Het zijn over het algemeen goed omschreven, stevige bultjes. Ze kunnen ook als zakjes aanvoelen (cyste) en gaan dan regelmatig kapot (bloedende zweer of wond). Basaal cel tumoren zijn vaak gepigmenteerd (zwart, blauw of grijs verkleurd). Ze zijn vrij beweeglijk en zitten niet vast. Een BCT is meestal klein (1-2 cm in diameter) maar kan heel groot worden (>10 cm). De kwaadaardige variant is vaak kaal en zwerend (ziet er eruit als een niet-genezend wondje).  

De diagnose wordt meestal gesteld door middel van weefselonderzoek na chirurgische verwijdering. In sommige gevallen kan een dunne naald aspiratie biopt (DNAB) een waarschijnlijkheidsdiagnose leveren. Onder de microscoop kan de dierenarts dan na cytologisch onderzoek groepjes basaal cellen zien. 

In meeste gevallen is chirurgische verwijdering de behandelingsoptie naar keuze. Bij kleine tumoren en sterke verdenking op een BCT kan er voor cryotherapie gekozen worden. Meestal zijn meerdere ‘bevriezingssessies’ nodig.

De kwaadaardige variant heeft een goedaardig biologisch gedrag. Dat betekent dat ze langzaam groeien, dringen niet door in omliggend weefsel en verspreiden zich niet (metastaseren) naar andere delen van het lichaam.

De prognose is voor beide varianten erg goed. Een basaal cel tumor zaait zelden uit en na complete verwijdering groeien de tumoren eigenlijk niet terug. Bij de kwaadaardige variant zien we dat +/- 1% lokaal terug groeit na verwijdering.

Plaveiselcelcarcinoom

Ongeveer 15% van de huidtumoren is een plaveiselcelcarcinoom (PCC). In het Engels wordt deze tumor ‘Squamous Cell Carcinoma‘ (SCC) genoemd. Dit type tumor kan ook in de bek gezien worden. De meerderheid van kwaadaardige orale tumoren bij katten zijn SCC’s. 

Het is een tumor die voornamelijk bij oudere katten gezien wordt, gemiddelde leeftijd 10-12 jaar. Over het algemeen nemen de symptomen toe. Het begint met een klein bultje (bek), rode, korstige huidplekjes of oppervlakkige wondjes/zweren (ulcers). In het vroege stadium spreken we vaak van een ‘carcinoom in situ‘. Dat betekent dat de abnormale tumorcellen heel lokaal aanwezig zijn en nog niet verspreiden of uitzaaien. Naarmate de tijd verstrijkt zal de tumor zich uitbreiden van de buitenste cellen van de opperhuid naar diepere delen van de huid. Het huidoppervlak gaat vaak bloeden en er ontstaat een soort zweervormige wond (ulcer). In meeste gevallen zie je ook dat er sprake is van een weefseltoename

Plaveiselcelcarcinoom wordt heel vaak onterecht aangezien als (chronische) huidontsteking of infectie. Denk bij niet-genezende wonden (bij oudere katten) altijd aan andere oorzaken dan een ontsteking of infectie

Bij meer dan 80% van de katten zien we de tumor op kop en nek, m.n. neusspiegel, oorschelpen en oogleden. Zo’n 30% van de katten heeft meerdere letsels. 

De ‘sun-induced’-huidvariant van PCC wordt voornamelijk gezien bij katten met een witte huid en vacht of licht gepigmenteerde huid en op dun behaarde plekken op het lichaam. De herhaaldelijke en langdurige blootstelling aan zonnestraling (UV-A en UV-B) wordt in verband gebracht met het ontstaan van dit type kanker. Pigment (melanine) beschermt namelijk tegen zonnestraling. Je leest meer over pigment in het artikel ‘Pigment bij dieren‘. Witte katten hebben 13,4 keer meer kans op PCC dan katten met andere vachtkleuren! 

Bij sommige katten spelen virussen mogelijk een rol in de ontwikkeling van PCC. Opmerkelijk is dat zo’n 24% van de katten met dit type tumor positief test op FIV. Het is niet bekend of het Feline Immunodeficiency Virus (FIV), ook bekend als kattenaidsvirus, een rol speelt in de ontwikkeling van plaveiselcelcarcinoom. 

Plaveiselcelcarcinoom (PCC) bij de kat. Op basis van de lokalisatie en vachtkleur is dit een 'sun-induced' PCC.

Een andere vorm van PCC is Bowenoid Carcinoma In Situ. Dit wordt ook wel ‘Bowen’s disease’ of ‘multicentrische PCC in situ’ genoemd. Deze vorm van plaveiselcelcarcinoom zie je op behaarde en gepigmenteerde huid waarbij UV-straling dus géén oorzaak is. Het uiterlijk van dit tumor type is ook anders. Het zijn vaak pijnlijke, bloedende huidletsels met korsten die makkelijk loslaten. De tumorcellen blijven enkel in de opperhuid, vandaar de naam ‘in situ’. De mogelijke oorzaak van dit type PCC is het papillomavirus. In één studie was er bij 45% van de katten met Bowen’s disease een antigen van dit virus aangetoond.  

De diagnose wordt net zoals bij andere tumoren vaak gesteld door middel van weefselonderzoek na chirurgische verwijdering (indien mogelijk) of bioptname.

Afhankelijk van het type PCC en de uitgebreidheid van de tumor, zijn er diverse behandelingsopties. Voorbeelden zijn chirurgie, cryotherapie, bestraling, chemotherapie of fotodynamische therapie. Bij Bowen’s disease kan er ook nog een speciale zalf gebruikt worden (Imiquimod-crème). 

Kat met Bowen's disease

Mastceltumor

Ongeveer 7-21% van alle huidtumoren is een mastceltumor (MCT). Bij de kat zien we ook MCT in de milt, lever of maag-darmkanaal. Sommige katten hebben tumoren in alle locaties (huid en ingewanden). 

Een mast cel tumor (ook wel mastocytoom genoemd) ontstaat doordat mastcellen, een type immuuncel, zich abnormaal gedragen en beginnen te vermenigvuldigen. Deze abnormale groei kan leiden tot de vorming van een tumor. Een mast cel is een type witte bloedcel die zich voornamelijk in de huid en slijmvliezen, zoals ademhalings- en spijsverteringskanaal, bevindt. Mast cellen bevatten granulen die histamine en andere stofjes vrijgeven als ze geactiveerd worden. Dit leidt tot ontstekingsreacties zoals zwelling, roodheid en jeuk. Als je te veel aan een MCT zit of erin knijpt, kun je de cellen activeren. Dit kan zorgen voor lokale klachten zoals bloedingen en jeuk maar ook maagzweren en vertraagde wondgenezing.

Over het algemeen worden MCT’s vooral bij oudere katten (>10 jaar) gediagnosticeerd. Een MCT van de huid is vaak kwaadaardig bij de kat (44-59%) en wordt geassocieerd met meerdere huidletsels en betrokkenheid van andere organen. Als de diagnose wordt gesteld, is het advies om een gehele screening van alle organen uit te voeren.

Bij de Siamees komt ook een subtype voor die op jongere leeftijd (van 6 weken tot 4 jaar) wordt gezien en vaker bij katers voorkomt. Deze variant is goedaardig en verdwijnt vaak binnen enkele maanden tot 2 jaar.

Het uiterlijk van een MCT varieert enorm. Het zijn vaak solitaire tumoren echter zien we ook uitingsvormen met meerdere kleine, witgele, verheven bultjes (2-10 mm) en een jeukend plat ‘plaque’-achtig huidletsel. Sommige tumoren blijven maanden of jaren dezelfde grootte houden, terwijl andere snel groeien in een aantal dagen of weken. De cutane MCT’s worden het meest gezien op de kop (45%), nek en romp.


Foto van de website van animalcancersurgeon.com

De diagnose kan makkelijk gesteld worden via een DNAB. Bij MCT’s is altijd het advies om de huidtumor chirurgisch te verwijderen indien mogelijk en de bult op te sturen voor weefselonderzoek. Op die manier weet je of de tumor helemaal verwijderd is.

Bij de helft van de katten zien we dat na chirurgische verwijdering nieuwe tumoren ontstaan op andere plekken binnen enkele weken tot maanden na de operatie.

Naast chirurgische verwijdering zijn er nog diverse behandelingsopties als bijvoorbeeld opereren niet mogelijk is, of de tumor weer terugkomt. Hierbij kun je denken aan bestraling, chemotherapie of speciale medicatie (tablet of injectie). Hiervoor kun je het beste wel doorverwijzing naar een dierenarts-specialist oncologie of oncologisch dierenarts vragen.

Fibrosarcoom

Fibrosarcoom bij katten is een kwaadaardige tumor van bindweefselcellen. Ongeveer 12-15% van de alle huidtumoren zijn fibrosarcomen.

De exacte oorzaak van fibrosarcoom bij katten is niet volledig bekend. Er bestaat een mogelijke associatie met injecties of vaccinaties. Bij sommige katten kan een ontsteking in het onderhuidse weefsel na een injectie of vaccinatie leiden tot de ontwikkeling van kanker.

Bij jongere katten (<5 jaar) kunnen sommige fibrosarcomen ontstaan door het ‘Feline Sarcoma Virus‘ (FeSV). Dit FeSV is een zgn. ‘recombinant virus’. FeSV ontstaat door een proces waarbij delen van het genetisch materiaal van Feline Leukemia Virus (FeLV) worden gecombineerd met genetisch materiaal van de gastheercellen om een nieuwe virusstam te vormen. Katten met deze variant van een fibrosarcoom testen ook positief op FeLV en hebben meerdere bulten en knobbels.

De ‘gewone’ fibrosarcoom wordt voornamelijk bij oudere katten (gemiddeld 12 jaar) gediagnosticeerd. In het beginstadium vertoont fibrosarcoom zich vaak als een stevige, onregelmatige bult onder de huid, meestal op de rug, heupen of schouderbladen. Deze tumoren kunnen snel groeien en lokaal het omliggende weefsel infiltreren. Ze variëren sterk qua grootte en kunnen ook een kaal en zwerend uiterlijk hebben. 


Foto van de website van Cat-World.com

De diagnose kan zowel via DNAB als weefselonderzoek vastgesteld worden.

De behandeling van fibrosarcoom bij katten bestaat meestal uit een (zware) operatie om de tumor te verwijderen. Omdat deze tumoren lokaal agressief zijn, moeten ze zeer ruim verwijderd worden om teruggroei te voorkomen. Gelukkig zaaien de tumoren niet vaak uit (<20% van de gevallen).

De prognose voor katten met fibrosarcoom hangt af van de mate van uitbreiding en de effectiviteit van de behandeling. Aanvullende behandeling met chemotherapie, bestraling of immuuntherapie kan noodzakelijk zijn.

Kelly van Amersfort
Dierenarts Dermatologie & Orthomoleculair therapeut voor honden
© 2025 Huidadvies voor Dieren
error: Content is protected !!