Het eliminatiedieet
Honden en katten met jeuk of maag-darm klachten kunnen last hebben van een voedselovergevoeligheid. De klachten kunnen ontstaan door een intolerantie of allergie voor een of meerdere ingrediënten in de voeding, tussendoortjes of kauwartikelen.
Om de rol van voeding te onderzoeken maken dierenartsen en specialisten gebruik van een eliminatiedieet. Hierbij laten we alles weg wat de hond of kat eerder heeft gegeten en geven we een compleet nieuw dieet met specifieke ingrediënten. In het artikel ‘Het eliminatiedieet bij de hond en kat‘ lees je meer over deze diagnostische tool.
Bij een betrouwbaar eliminatiedieet komt er veel meer kijken dan alleen het dieet aanpassen en dan zien we wel…
De keuze van het dieet bepaalt voor een groot gedeelte de betrouwbaarheid. Met behulp van dit dieet kan de dierenarts of specialist een diagnose stellen. In het artikel ‘Het eliminatiedieet bij de hond en kat‘ lees je o.a. welke opties er zijn en de betrouwbaarheid van de vier type eliminatiediëten. In het artikel ‘Hypoallergene voeding voor hond/kat’ lees je meer over de verschillende soorten hypoallergene voeding die er bestaan.
Over het algemeen is het eliminatiedieet voor zowel eigenaar als dier geen pretje. De hond of kat mag gedurende een aantal weken géén snoepjes, menseneten en kluifjes meer krijgen. Veel mensen vinden het moeilijk om hun huisdier niets anders te geven dan brokken of vlees. Het is mede daarom aan te raden om één keer goed het dieet uit te voeren, dan elke keer van voeding te wisselen zonder duidelijk plan of te weten waar je op moet letten en waar je nou eigenlijk mee bezig bent.
In dit artikel lees je meer over twee factoren die de betrouwbaarheid van een eliminatiedieet beïnvloeden: kruisreacties en kruiscontaminatie (kruisbesmetting).
Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor voedselintolerantie en -allergie. De klachten bij voedselovergevoeligheid kunnen op meerdere manieren (mechanismen) ontstaan. Bij een intolerantie ontstaat er in het maag-darmkanaal een abnormale reactie op de voeding terwijl bij een allergie de negatieve reactie door een overmatige of afwijkende reactie van het afweersysteem ontstaat en dus niet alleen de maag en darmen betrokken kunnen zijn.
Hoe ontstaan de klachten?
Bij een negatieve reactie op de voeding wordt er een onderscheid gemaakt tussen een immunologische (allergie, anafylaxie) en niet-immunologische reactie (intolerantie). Een niet-immunologische reactie kan verder onderverdeeld worden in:
- stofwisselingsreactie, bv. een tekort aan een bepaald enzym zoals bij lactose-intolerantie
- voedselvergiftiging, bv. door toxinen of bacteriën in het voer
- malabsorptie: voedingstoffen kunnen niet opgenomen worden
- farmacologische reactie: stofjes in de voeding veroorzaken bijwerkingen bij gevoelige dieren (bv. cafeïne inname en hartkloppingen)
- reactie op stoffen die van nature in de voeding voorkomen, bv. histamine
- overige groep (‘food idiosyncrasy’): het is niet bekend waardoor de klachten ontstaan (bv. reactie op conserveringsmiddelen en kleurstoffen)
Bij een intolerantie ontstaan de klachten vaak geleidelijk en kan er sprake zijn van een grenswaarde (bij een bepaalde hoeveelheid ontstaan er klachten). Als het dier niet meer blootgesteld wordt aan de trigger dan verdwijnen de klachten doorgaans vanzelf.
Bij een immunologische reactie is het afweersysteem betrokken. Er zijn vier type overgevoeligheidsreacties bekend (type I, II, III en IV). Een combinatie van allergische reacties is ook mogelijk. Bij een hond of kat met een voedselovergevoeligheid kunnen type I, III en IV reacties gezien worden. Ongeacht het type overgevoeligheid, zien we dat de reacties van het afweersysteem zich voornamelijk op eiwitten richten. Bij voedselovergevoeligheid zijn dierlijke eiwitten in de voeding de belangrijkste triggers.
Kruisreactie
Bij dieren met een voedselallergie werkt het afweersysteem niet zoals het hoort. Het afweersysteem reageert op bepaalde eiwitstructuren in de voeding en stuurt hier afweercellen op af. Er worden allerlei stofjes gemaakt, waaronder antilichamen. Er ontstaat een ontstekingsreactie gericht tegen deze eiwitten die als ‘indringers’ gezien worden. Bij voedselallergie zijn dierlijke eiwitten de belangrijkste triggers. Het afweersysteem kan zich ook vergissen en getriggerd worden door andere (verwante) stoffen. Dit zijn dan vaak eiwitstructuren die lijken op het oorspronkelijke eiwit waar de hond of kat allergisch op reageert. Zo’n misplaatste reactie van het afweersysteem op een ander eiwit noemen we een kruisreactie.
Eiwitten hebben een bepaalde structuur en zijn opgebouwd uit ketens aminozuren. Sommige eiwitten lijken qua structuur heel erg op elkaar maar verschillen net op één of enkele punten. Dit kan aan de vorm liggen (hoe een eiwit of peptide gevouwen is) maar ook aan de volgorde van aminozuren.
Een eiwitstructuur kan op elkaar lijken als het gaat om ‘verwante’ diersoorten, bv. kip en ander gevogelte of rund en lam. Maar kruisreacties zijn niet altijd voor de hand liggend. Zo lijkt het kip-eiwit qua structuur op het vis-eiwit waardoor honden met een allergie voor kip, óók averechts kunnen reageren op vis (dit is middels wetenschappelijk onderzoek aangetoond bij mensen en honden, we weten niet of dit ook bij de kat voorkomt).
Bij dieren met een voedselallergie kan het dus voorkomen dat het lichaam ook reageert op andere eiwitten* of voedingsstoffen. Om deze reden is het advies om niet alleen een nieuwe eiwitbron te selecteren voor het eliminatiedieet, maar ook rekening te houden met eventuele kruisreacties.
*dikwijls zijn dieren allergisch voor meer dan één voedingsstof
Uitleg
Bij een allergisch dier maakt het afweersysteem antilichamen tegen eiwitten aan. Als een eiwit qua structuur vergelijkbaar is, kunnen de aangemaakte antilichamen ook aan andere eiwitten binden. Hierbij kunnen er klachten ontstaan terwijl het dier oorspronkelijk niet allergisch is voor het andere eiwit.
Hieronder zijn twee mogelijke kruisreacties geïllustreerd met onder de afbeelding een korte uitleg.
Veel eiwitstructuren lijken op elkaar omdat diersoorten bijvoorbeeld aan elkaar verwant zijn, zoals gevogelte.
Stel het dier maakt antilichamen aan tegen een bepaalde volgorde van aminozuren (1 rode en 2 oranje rondjes). Dan kan het bij een kruisreactie zo zijn, dat er ook antilichamen binden aan een vergelijkbare eiwitstructuur, ondanks de aminozuren volgorde in het eiwit niet overal hetzelfde is.
In dit voorbeeld zien we in de eiwitstructuren van kip en vis twee aminozuren die in dezelfde volgorde aanwezig zijn (het gele en oranje rondje). Als het dier net tegen onderdeel van het eiwit antilichamen heeft aangemaakt, dan kan het dier ook op een ander eiwit reageren met hetzelfde onderdeel.
Voorbeelden
Hier volgt binnenkort een overzicht van mogelijke kruisreacties tussen voedselallergenen.
Kruisbesmetting
De betrouwbaarheid van het eliminatiedieet wordt ook bepaald door de eventuele mogelijkheid op kruisbesmetting. Kruisbesmetting treedt op wanneer er (onbedoeld) voedingsstoffen van het ene product terecht komen in een ander product, dit noemen we contaminatie.
Kruiscontaminatie is een ‘probleem’ bij alle ‘commerciële’ honden- of kattenvoer, zowel bij brokken als vlees producten (rauw, blik etc.). Maar ook bij de slager of thuis kan er kruisbesmetting optreden. Het is niet bekend of de kleine hoeveelheden die onbedoeld in het eindproduct terecht zijn gekomen, ook reacties kunnen uitlokken. We weten bij mensen met een pinda-allergie dat kleine hoeveelheden al kunnen leiden tot klachten. Vanuit deze kennis, nemen we aan dat dit ook bij honden of katten het geval kan zijn. Bij het kiezen en beoordelen van een eliminatiedieet is het dan ook belangrijk om hier rekening mee te houden.
Het ‘zelfkook’ dieet is jarenlang de gouden standaard geweest om voedselovergevoeligheid uit te sluiten of te bevestigen. Behalve dat het zelfkook dieet niet alle voedingsstoffen bevat die het dier nodig heeft (risico op tekorten), is er ook een reële kans op kruisbesmetting. Als het vlees in aanraking komt met andere producten (in de fabriek, bij de slager, thuis) raakt het gecontamineerd. Het lichaam kan op deze ongewenste voedingsstoffen reageren terwijl het gekozen dieet (vlees, brok) compleet nieuw is qua samenstelling. Het eliminatiedieet is dan ineens niet meer betrouwbaar. Om deze reden wordt er steeds minder vaak gekozen voor een zelfbereid dieet.
‘Zelfkook dieet’: KVV en BARF als eliminatiedieet
Steeds meer mensen voeren vers vlees aan hun huisdieren. Er zijn dan ook een hoop verkooppunten voor KVV en BARF producten. KVV staat voor ‘kant en klaar vers vlees’ en BARF is de afkorting voor ‘bones and raw food’.
Als je kiest voor een zelfkook dieet met KVV en BARF producten, dan is het belangrijk om te realiseren dat (net zoals met veel commerciële brokken en blikvoeding) er een risico is op kruisbesmetting. Onderstaande foto is genomen in een fabriek waar KVV en BARF producten worden bereid. In KVV worsten zit meestal spiervlees, botten en organen. Deze worden in een soort gehaktmolen/shredder gegooid en komen in de bak op de foto terecht. Vanuit deze bak komt het gemalen product in een machine terecht waar de uiteindelijke worsten gemaakt worden. Tussen de verschillende eindproducten door wordt de machine en bak niet schoongemaakt. Er is dan ook een reële kans dat er in de KVV worsten andere voedingsstoffen zoals dierlijke eiwitten terecht zijn gekomen.
Bij BARF producten kan er ook kruisbesmetting optreden zoals dit bij de slager of thuis mogelijk is. Als er tussen het bereiden, verwerken en verpakken van het vlees geen hygiënemaatregelen worden getroffen, is hier ook een aanzienlijke kans op kruisbesmetting. De medewerkers in de fabriek zullen niet tussen de diersoorten door handschoenen wisselen of de werkbank reinigen.
Samenvatting
- Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor voedselintolerantie en voedselallergie
- De ontstaanswijze van de klachten van voedselovergevoeligheid is erg complex en wisselt per dier
- Het eliminatiedieet is dé manier om de rol van voeding te onderzoeken
- Gehydrolyseerde eiwitten zijn eiwitten die in kleine stukjes zijn geknipt, de grootte van de eiwitten bepaalt de kans dat het afweersysteem overmatig reageert op het eiwit
- Niet elk eliminatiedieet is even betrouwbaar
- Wissel niet elke keer van voeding maar kies één keer voor een goed dieet en laat je hierin adviseren en begeleiden door een dierenarts of dermatoloog
- De keuze van het dieet heeft gevolgen voor het stellen van de diagnose – er kan door een niet betrouwbaar dieet een verkeerde diagnose worden gesteld!
- Bij vers vlees, natvoer en brokken is er een kans op kruisreacties en kruisbesmetting
- Een kruisreactie kan ontstaan wanneer het lichaam het ene stofje aanziet voor het andere stofje
- Kruisbesmetting treedt op wanneer er (onbedoeld) voedingsstoffen van het ene product terecht komen in een ander product