Informatieve website over huidproblemen voor huisdiereigenaren

Parasieten van de huid – konijn

Home / Konijn / Parasieten van de huid – konijn
mooi konijn

Ectoparasieten bij het konijn

Konijnen met huidproblemen hebben vaak last van parasieten of schimmels. Op deze pagina lees je meer over ectoparasieten die bij het konijn voorkomen. Ectoparasieten zijn parasieten die óp de gastheer (het konijn) leven. 

Vachtmijten

Eén van de meest voorkomende parasieten bij konijnen zijn vachtmijten. Het zijn niet-gravende mijten die nét met het blote oog zichtbaar zijn. In het Engels spreken ze ook wel van ‘walking dandruff’ ofwel wandelende roos. Als je een konijn met vachtmijten goed bekijkt dan kun je de mijten zien lopen als kleine huidschilfers (witte stipjes), zeker als je een vergrootglas gebruikt. 

Cheyletiella parasitovorax

Cheyletiella mijten komen bij veel diersoorten voor (o.a. hond, kat). De vachtmijt bij het konijn heet Cheyletiella parasitovorax. Ze veroorzaken milde jeuk, veel schilfers en soms kale plekken. Veel gezonde konijnen dragen aan aantal mijten bij zich maar vertonen geen klachten. Mensen kunnen ook huidklachten door deze mijt ontwikkelen maar de mijt kan niet op ons voortplanten. Als het konijn behandeld wordt, zullen de huidklachten van de mensen vanzelf overgaan.

Levenscyclus
De volwassen vrouwelijke mijten leggen eitjes op het dier. De eitjes zitten vast aan de haren en kunnen zo in de omgeving terechtkomen. De eitjes ontwikkelen zich tot nimfen en uiteindelijk volwassen mijten. De gehele levenscyclus is binnen 14-21 dagen voltooid (van ei tot volwassen mijt). Volwassen vrouwtjes kunnen tot 10 dagen in de omgeving (buiten de gastheer) overleven. 

Symptomen
Het meest kenmerkende van deze mijt zijn de grote witte schilfers. Meestal heeft het konijn er weinig last van. Soms zien we korstjes en milde jeuk op de rug. Bij heftige besmetting hebben de konijnen meer jeuk en zien we ook kale plekken.

Diagnose
Aan de hand van de symptomen en microscopisch onderzoek is de diagnose veelal makkelijk te stellen.

Behandeling
Er zijn meerdere producten op de markt om de mijten te doden. Vachtmijten zijn goed te bestrijden met pipetjes met selamectine (Stronghold®*). Eenmalige toediening is vanwege de levenscyclus van de mijt vaak niet voldoende. Het advies is om tenminste twee keer alle konijnen met een pipetje te behandelen (met 14 dagen tussentijd, off-label gebruik).

*LET OP: Stronghold® is niet geregistreerd voor het gebruik bij konijnen. Het is echter een veilig en effectief middel mits in de juiste dosering toegediend. Toediening van dit middel bij konijnen (en cavia’s) gaat volgens het lichaamsgewicht. Wilt u weten welke dosering geschikt is voor uw konijn, neem dan contact op met uw dierenarts. 

Listrophorus gibbus

Een andere vachtmijt bij het konijn is Listrophorus (Leparacarus) gibbus. Het is eveneens een niet-gravende mijt. Meestal veroorzaakt deze mijt geen ziekte, ook al zijn ze in grote aantallen aanwezig.

Bij zwakke konijnen met een verminderde afweer of veel stress kunnen er huidproblemen ontstaan. De mijt veroorzaakt dan een vochtige kale huidontsteking. De symptomen zien we vooral op de rug, ‘schaamstreek’, buik en staart.

De behandeling is hetzelfde als voor Cheyletiella. Deze mijt is echter niet overdraagbaar op mensen.

L. gibbus vachtmijten
Konijn met schilfers op de rug

Oormijten

Oormijten zijn spinachtige parasieten die in de buitenste gehoorgang van dieren kunnen leven. 

Psoroptes cuniculi

P. cuniculi is de oormijt van het konijn. Het is net zoals Cheyletiella en L. gibbus een niet-gravende mijt. Ze kunnen voor intense irritatie zorgen!

Levenscyclus
De levenscyclus is voltooid in 3 weken (van eitje tot volwassen mijt).  De volwassen mijt kan ook gedurende 3 weken in de omgeving overleven. Het is daarom bij de behandeling ook noodzakelijk om het hok en de omgeving mee te behandelen.

Symptomen
Belangrijke klachten zijn schudden met de kop, krabben aan de oren en rode of ontstoken huid. Kenmerkend is de productie van wondvocht (exsudaat), dit droogt vervolgens op waarbij er dikke korsten gevormd worden. De korsten vullen de buitenste gehoorgang en zijn een ideale voedingsbron voor (jonge) oormijten. 

Bij heftige infecties kunnen de huidontstekingen zich uitbreiden naar het gezicht en de nek. Als het trommelvlies scheurt kan er een etterige middenoorontsteking (bijkomendee bacteriële ontsteking) ontstaan en soms zelfs een hersenvliesontsteking.

Diagnose
De mijten zijn zichtbaar bij inspectie van de gehoorgang met een otoscoop. De dierenarts kan ook wat oorsmeer uitstrijken op een objectglaasje en onder de microscoop mijten en eitjes waarnemen.

Behandeling
Er zijn meerdere behandelingen mogelijk waarbij de meeste enkele keren herhaald moeten worden. 
Over het algemeen wordt er gekozen voor injectie met ivermectine (bij de dierenarts) of pipetten voor op de huid (Stronghold® of Advocate®). Als er een bacteriële infectie aanwezig is, zal deze met een antibiotica zalf behandeld moeten worden. Het is echter ook mogelijk om de infectei te behandelen met speciale honing oordruppels (Dermiel®). Bij heftige klachten en ontsteking kan er zelfs voor behandeling met corticosteroïden (zalf) gekozen worden. 

Alle dieren die in contact kunnen komen met het konijn (én de omgeving) moeten ook behandeld worden.
Milde mijtinfecties kunnen ook lokaal behandeld worden met een oorzalf met mijt-dodende eigenschappen (geregistreerd voor de kat).

Nadat de mijten gedood worden door de behandeling zal er minder wondvocht gemaakt worden en zullen de korsten uiteindelijk verdwijnen. Als er gekozen wordt om de korsten te verwijderen dan wordt aangeraden om de huid en korsten te verzachten alvorens ze te verwijderen. Dit kan bijvoorbeeld met mineraalolie. Het verwijderen van de korsten is erg pijnlijk en kan de gehoorgang en huid behoorlijk beschadigen!

© National Center for Veterinary Parasitology

Vlooien

Honden, katten en mensen hebben een eigen vlooiensoort. Ook konijnen hebben er één: Spilopsyllus cuniculi. De konijnenvlo komt echter niet vaak voor bij konijnen die als huisdier gehouden worden.

Spilopsyllus cuniculi

De konijnenvlo is een belangrijke vector voor myxomatose. Een vector is een organisme dat ziekteverwekkers kan overdragen. Een besmette vlo kan via de bloedmaaltijd het virus aan konijnen doorgeven.

Konijnen kunnen ook een vlooienbesmetting oplopen via de kat of hond. De kattenvlo (C. felis) komt bij beide diersoorten voor en kan ook bij konijnen overlast veroorzaken.

Levenscyclus
Net zoals andere vlooien kent de konijnenvlo meerdere levensstadia: ei, larve, cocon, volwassen vlo. De konijnenvlo heeft echter een bijzondere levenscyclus. De voortplanting van de vlooien wordt bepaald door de voortplantingscyclus van het konijn. Vrouwelijke vlooien kunnen namelijk bij zwangere voedsters merken wanneer zij bijna moeten bevallen (ze worden aangetrokken door veranderingen in de hormoonspiegels van de voedster). Op dat moment paren de volwassen vlooien en legt het vrouwtje vele eitjes. De vlooien voeden zich vnl. met bloed van de pasgeboren konijntjes.

Volwassen vlooien die net uit hun cocon komen, moeten binnen 1 week hun eerste bloedmaaltijd nuttigen. Daarna kunnen ze enkele maanden overleven. De optimale temperatuur  om voort te planten ligt tussen de 21 en 30 graden Celsius. 

Symptomen
De konijnenvlo zit graag rondom de oren, meestal bij de basis of aan de oorranden. Ze kunnen op en rondom het konijn leven. De kattenvlo wordt met name op de lage rug en bij de staart gevonden. Zij leven óp het konijn en in principe niet in de omgeving. 

Een konijn met vlooien heeft last van (erge) jeuk, rode plekjes en haaruitval. Op het dier kunnen vlooienpoepjes als zwarte puntjes in de vacht waargenomen worden.

Diagnose
Klinische symptomen in combinatie met het vinden van vlooien en/of vlooienpoepjes is voldoende om de diagnose te stellen. Bij passende klachten zonder aanwijzingen voor vlooien is diagnostische behandeling geïndiceerd.

Behandeling
De behandeling van konijnen met vlooien is hetzelfde als bij andere diersoorten. Hokgenoten en de omgeving moeten ook behandeld worden. Er zijn echter geen diergeneesmiddelen of producten werkzaam tegen vlooien voor konijnen geregistreerd. Imidacloprid en selamectine zijn veilige werkzame stoffen, vraag de dierenarts om advies. Gebruik NOOIT producten met fipronil (Frontline®) bij konijnen! 

Lukt het niet om de vlooien weg te krijgen? Neem dan contact op voor aanvullend advies. 

© John Benson (bron: Flickr)

Andere parasieten van de huid

Naast vachtmijten, oormijten en vlooien kunnen er nog meer ectoparasieten bij het konijn gevonden worden. Ze komen niet vaak voor en zijn doorgaans goed te behandelen met ivermectine injecties of spot-on therapie. 

Demodex cuniculi

Huidproblemen met demodex mijten komen bij honden regelmatig voor. Bij konijnen is deze mijt zeldzaam, al zijn er aanwijzingen dat deze mijt tot de normale huidflora behoort. D. cuniculi leeft in de haarzakjes en opperhuid. Over het algemeen hebben konijnen géén klinische symptomen. Kaalheid en variabele jeuk worden het meest gezien. Demodex mijten zijn bij honden niet besmettelijk, bij katten en konijnen komen wel overdraagbare vormen voor. 

Schurftmijten

Sarcoptes scabiei var cuniculi en Notoedres cati var cuniculi zijn twee soorten schurfmijten die bij het konijn kunnen voorkomen. Hoewel ook deze mijten ook vrij zeldzaam zijn, kan schurft bij het konijn weleens voorkomen. 

Konijnen met schurft hebben jeuk, kale plekken en huidontstekingen met korstjes. 

Op de website van Dierenkliniek Wilhelminapark kun je meer lezen over schurft bij het konijn.

Luizen

Gelukkig komen ook deze parasieten niet vaak voor bij konijnen. De konijnenluis, Haemodipsus ventricosus, veroorzaakt jeuk en bij heftige infestaties bloedarmoede. De luizen zijn met het blote oog te zien. 

Teken

Er bestaan veel soorten teken waarbij de ‘konijnenteek’ gelukkig niet in Europa gevonden wordt. Haemaphysalis leporis-palustris komt met name in Noord- en Zuid-Amerika voor. Ook bij konijnen kunnen teken ziektes overbrengen, zoals myxomatose en het papillomavirus.

© 2019 Huidadvies voor Dieren
Geschreven door dierenarts Kelly van Amersfort

Laatste versie sept 2019. Oorspronkelijk gepubliceerd in 2017

Kelly van Amersfort
Dierenarts Dermatologie & Orthomoleculair therapeut voor honden
© 2024 Huidadvies voor Dieren
error: Content is protected !!