Adverse food reaction
Honden en katten kunnen ziek worden door een negatieve reactie op iets in de voeding*. De Engelse benaming hiervoor is ‘adverse food reaction‘.
Na het eten van bepaalde voedingsmiddelen ontstaan er klachten. Soms is het overduidelijk welk voedingsmiddel klachten veroorzaakt, maar vaak is dat niet het geval en begint een moeilijke zoektocht. Zeker als de klachten al langer aanwezig zijn (maanden-jaren).
*Dit hoeft overigens helemaal niet te betekenen dat de voeding slecht is.
In de diergeneeskunde spreken we vaak over ‘voedselovergevoeligheid‘. Een term die eigenlijk niet zo bekend is. Er wordt meestal alleen gesproken over voedselallergie, soms over voedselintolerantie. Maar wat is het verschil, wat zijn de symptomen, hoe ontstaan ze en hoe stellen we de diagnose?
Omdat we aan de buitenkant niet kunnen zeggen of het om een intolerantie of allergie gaat, spreken we over voedselovergevoeligheid
Voedsel-overgevoeligheid
Honden en katten met jeuk, oorontsteking of andere huidklachten kunnen last hebben van een voedselovergevoeligheid. Bij ongeveer 30% van de honden met één van deze klachten, zien we ook maag-darm problemen zoals braken, dunne ontlasting of diarree.
De klachten kunnen ontstaan door een intolerantie of allergie voor één of meerdere ingrediënten in de voeding, tussendoortjes of kauwartikelen.
Voedselallergie
Een voedselallergie is een “negatieve reactie op voeding veroorzaakt door een immunologisch mechanisme“. Dat betekent dat het afweersysteem betrokken is bij het ontstaan van de klachten. Het afweersysteem (immuunsysteem) is een complex geheel met verschillende onderdelen en type reacties.
Bij voedselallergie kan het doelorgaan variëren en kunnen de klachten via verschillende systemen tot uiting komen, zoals:
Huid: Jeuk, ontsteking, irritatie, hotspots, infecties
Oren: Oorontstekingen, jeuk aan de oren, meer oorsmeer, infecties
Maag-darmkanaal: Braken, diarree, buikpijn, wisselende consistentie, winderigheid, vaker >3 keer ontlasting per dag, verminderde eetlust, ‘kieskeurige eter’
Luchtwegen: Niesbuien, hoesten, ademhalingsproblemen
De trigger in de voeding is vrijwel altijd een eiwit, meestal van dierlijke oorsprong (bv. kip, rund of lam). Maar ook eiwitten die deel uitmaken van een koolhydraatbron (zoals tarwe) of plantaardige eiwitten (bv. soja) kunnen de boosdoener zijn.
Voedselintolerantie
Een voedselintolerantie is een “negatieve reactie op voeding veroorzaakt door een niet-immunologische mechanisme“. Dat betekent dat het afweersysteem dus niet betrokken is bij het ontstaan van de klachten.
Bij voedselintolerantie is het doelorgaan meestal het maag-darmkanaal, wat te herkennen is aan symptomen zoals braken, diarree, winderigheid, buikpijn en een opgezette buik.
De trigger in de voeding is wisselend bij een voedselintolerantie.
Voorbeelden van voedselintolerantie reacties bij honden en katten zijn chocolade-, rozijnen- en druivenvergiftiging, lactose intolerantie of toxinen van bacteriën in besmet eten.
Het is niet bekend of er nog meer vormen van voedselintoleranties bij honden en katten zijn. Er is vrijwel niets over beschreven in de literatuur.
Verschillende vormen
Bij zowel voedselallergie als voedselintolerantie kunnen verschillende vormen worden onderscheiden, afhankelijk van het type reactie van het immuunsysteem of de manier waarop het lichaam reageert.
In onderstaande illustraties zie je welke vormen er zijn met de belangrijkste kenmerken. In het artikel 'Voeding: Allergie vs intolerantie' ga ik uitgebreid in op de verschillende vormen en ontstaanswijze van de klachten.
![](https://www.huidadviesvoordieren.nl/wp-content/uploads/2024/10/Stroom-diagram-voedselallergie.png)
![](https://www.huidadviesvoordieren.nl/wp-content/uploads/2024/10/Stroom-diagram-voedselintolerantie.png)
Symptomen
Er zijn naast huid- en maag-darm klachten natuurlijk nog meer lichamelijke klachten die een dier kan ontwikkelen als hij/zij negatief op de voeding reageert of wanneer de voeding niet aansluit bij de behoeften van de hond of kat. Hieronder een lijst met klachten die ik het meeste op de dermatologie afdeling zie.
Klachten waarbij voeding een rol kan spelen:
Hond:
- Jeuk
- Oorontsteking
- Hotspots
- Maag-darm klachten zoals braken of diarree (veel of vaak ontlasting, dunnere consistentie)
- Conjunctivitis (bindvliesontsteking)
- Rode, jeukende ogen
- Niezen
- Slechte of matige eetlust, kieskeurige eters
- Afvallen ondanks goede eetlust
- Urticaria (klik hier)
- Symmetrische lupoïde onychodystrofie (SLO)
- Slechte vachtconditie en seborroe (klik hier)
- Gedragsproblemen en hyperactiviteit
Kat:
- Jeuk
- Oorontsteking
- Eosinofiel granuloom complex
- Kop en nek ontvelling (kat) (klik hier)
- Miliaire dermatitis (kat)
- Zelf veroorzaakte kaalheid (kat) (klik hier)
- Maag-darm klachten zoals braken of diarree
- Conjunctivitis (bindvliesontsteking)
- Niezen
- Afvallen ondanks goede eetlust
Triggers
De meest voorkomende allergenen in de voeding zijn al jaren hetzelfde. Dit komt doordat bepaalde ingrediënten veelvuldig worden gebruikt vanwege hun voedingswaarde en beschikbaarheid.
Voedingsstoffen die niet frequent gebruikt worden (bv kangoeroe, krokodil), zullen niet snel bij het merendeel van de allergische honden of katten voor klachten zorgen, want ze hebben deze ingrediënten vaak nog nooit gegeten.
Een ware voedselallergie ontwikkeld zich namelijk na verloop van tijd. Dit heeft te maken met het proces wat we ‘sensibilisatie‘ noemen. Het dier zal vaker met een bepaald voedingsmiddel in aanraking moeten komen voordat de allergie tot uiting komt via één of meerdere van eerder genoemde symptomen. Bij een voedselintolerantie werk dat net wat anders.
Meest voorkomende allergenen in de voeding:
Hieronder vind je een overzicht van meest voorkomende allergenen in de voeding bij hond en kat op basis van wetenschappelijke onderzoeken. Over het algemeen komt deze lijst overeen met hetgeen we in de praktijk zien, al verschilt dit wel per regio, land of werelddeel.
Hond:
- Rund (34%)
- Zuivel (17%)
- Kip (15%)
- Tarwe (13%)
- Lam (14,5%)
- Soja (6%)
- Maïs (4%)
- Ei (4%)
- Varken (2%)
- Vis (2%)
- Rijst (2%)
Kat:
- Rund (18%)
- Vis (17%)
- Kip (5%)
- Tarwe (4%)
- Mais (4%)
- Zuivel (4%)
- Lam (3%)
Bron: Mueller, R.S., Olivry, T. & Prélaud, P. Critically appraised topic on adverse food reactions of companion animals (2): common food allergen sources in dogs and cats. BMC Vet Res 12, 9 (2016)
Diagnose
De meest betrouwbare manier om te bepalen of jouw huisdier last heeft van een voedselovergevoeligheid is het uitvoeren van een eliminatiedieet. Maar dat is niet één soort voeding en helaas geen makkelijk traject. Er zijn best wat voorwaarden en regels die bij dit dieet komen kijken.
Over het algemeen wordt er een dieet gekozen met ingrediënten die jouw huisdier niet eerder heeft gegeten. Dit speciale dieet (zelfkook, commercieel) geef je minimaal 6 weken en maximaal 12-16 weken afhankelijk van het probleem. Binnen deze periode moet de rol van de voeding duidelijk zijn.
De diagnose voedselovergevoeligheid wordt gesteld als de klachten verdwijnen of >50% zijn verbeterd met het eliminatiedieet én terugkeren tijdens provocatie. De provocatie speelt niet alleen een essentiële rol bij bevestiging van de diagnose, het helpt ook bij het onderscheid tussen de verschillende vormen van voedselallergie.
In het artikel ‘Het eliminatiedieet bij hond en kat‘ lees je meer over dit speciale dieet waarmee we de diagnose voedselovergevoeligheid stellen. In het artikel ‘Hypoallergene voeding voor hond en kat‘ lees je meer over de verschillende soorten hypoallergene voeding en verschillen.
Bloedonderzoek
Er bestaan speciale bloedtesten waarbij antilichamen (IgE en IgG) tegen voedingsmiddelen gemeten kunnen worden. Antilichamen worden aangemaakt door het afweersysteem nadat het in aanraking is gekomen met lichaamsvreemde stoffen.
Deze ‘voedselallergenentesten’ zijn echter niet betrouwbaar of geschikt om de diagnose te stellen. Bovendien worden de verschillende vormen van voedselintolerantie hier niet mee getest. Daarnaast mis je twee van de drie vormen van voedselallergie! Er wordt namelijk alleen bij de IgE-gemedieerde voedselallergie, IgE-antilichamen aangemaakt.
Ook zien we net zoals de bloedtesten voor omgevingsallergenen (pollen, huisstofmijten) dat een groot deel van de gezonde dieren ook een positieve uitslag laat zien. Je leest meer over allergietesten in het artikel ‘Allergietesten bij hond en kat‘.
Het bloedonderzoek naar voedselallergenen kun je wel gebruiken bij het kiezen van het eliminatiedieet. Dan kijken we naar de negatieve resultaten. Een negatieve uitslag heeft een negatief voorspellende waarde. Zo’n 80% van de honden met een negatieve uitslag, zal in de praktijk niet op het voedingsmiddel reageren. Bij katten is dit helaas niet onderzocht.
De bloedtest kan tevens gebruikt worden als de diagnose voedselallergie is bevestigd om te helpen bij het verrijken van het dieet. Het is belangrijk om de test niet uit te voeren tijdens of na het eliminatiedieet omdat het lichaam dan langere tijd ‘eenzijdige’ voeding heeft gehad. Het kan wel na een provocatieperiode (3 weken) waarin de hond of kat álles krijgt wat hij/zij voor de start van het dieet ook kreeg.
Je test namelijk een reactie van het afweersysteem, dus moet het lichaam ook met van alles blootgesteld worden. Er kan ook bloed afgenomen worden vóór de start van het dieet als de hond of kat klachten heeft. De dierenarts kan met het laboratorium overleggen of en hoe het bloed het beste bewaard kan worden.
Niet het gewenste resultaat?
Helaas zie ik in de praktijk dat het merendeel van mijn klanten al diverse diëten heeft uitgeprobeerd en al maanden of jaren aan het sukkelen zijn met de gezondheid van hun hond of kat. Vaak hebben deze diëten niet het gewenste resultaat. Dit kan aan diverse factoren liggen, zoals:
- Keuze van de voeding
- Gebrek aan begeleiding
- Geen duidelijk plan
- Geen goede voorlichting
- Je weet niet naar je allemaal op moet letten
- De oorzaak ligt helemaal niet in de voeding (!)
- De hond of kat heeft een onbehandelde oorontsteking of huidinfectie
- De chronische ontsteking is een eigen leven gaan leiden waardoor de klachten met alleen een voerwissel/eliminatiedieet niet weg zullen gaan
Of het gaat om een combinatie van al deze factoren.
Dit heeft te maken met de eerder genoemde factoren. Natuurlijk speelt het feit dat voedselovergevoeligheid niet de meest voorkomende allergie is een rol én dat dieren met een voedselovergevoeligheid niet naar mij worden doorverwezen 😉
Heb jij een hond of kat met gezondheidsklachten en wil je de rol van de voeding onderzoeken, uitsluiten of bevestigen? Dan raad ik aan om dit onder begeleiding van een dierenarts, specialist of ervaren dierprofessional te doen.
Liever 1 of 2 keer een goed dieet uitvoeren onder goede begeleieding, dan maanden-jaren aanmodderen met hond of kat met klachten zónder duidelijke diagnose of plan.
Hierbij enkele tips:
~ Maak voor de start van het dieet een overzicht met alle voeding, kauwmaterialen en snacks die je hond of kat eerder heeft gegeten: 'main focus' op de eiwitten (dierlijk en plantaardig)
~ Vind een dierprofessional die je kan begeleiden.
De voorkeur gaat uit naar een dierenarts of specialist omdat zij ook het dier kunnen behandelen (denk aan huidinfecties, oorontsteking, chronische ontsteking)
~ Zorg dat er een duidelijk plan ligt: wat, hoe, wanneer.
~ Weet waar je op moet letten tijdens het dieet en wat je moet doen als er iets veranderd of gebeurd
~ Plan bij de start van het eliminatiedieet tussentijdse en eindcontroles in
(bv na 2-3 weken, 6-8 weken en 8-12 weken)
Behandeling
Na het uitvoeren van het eliminatiedieet en provocatie is het duidelijk dat voeding een rol speelt: de klachten zijn weg of vele malen minder. Vaak weet je dan nog niet precies waar je hond of kat niet tegen kan. De behandeling van voedselovergevoeligheid bestaat uit het vermijden van de voeding waardoor de klachten ontstaan. Dat klinkt vaak makkelijker dan het in de praktijk is.
Om inzicht te krijgen op welke ingrediënten of allergenen jouw huisdier reageert, is een heel traject noodzakelijk. Alleen via ‘trial and error’ kun je achterhalen waar je hond of kat niet tegen kan. Hierbij is het belangrijk dat je elke 2-3 weken één ingrediënt kiest zodat je precies kan zien of dit ingrediënt klachten uitlokt. Bij terugkeer van de klachten weet je dat jouw hond of kat niet tegen ingrediënt X kan. Dan wacht je weer tot de klachten weg zijn voordat je verder gaat met het volgende ingrediënt.
Meeste eigenaren zijn super blij als de klachten eindelijk weg zijn en willen daarom niet experimenteren met de oude voeding. Indien het eliminatiedieet compleet is, kan dit vaak levenslang gegeven blijven worden. In andere gevallen is het belangrijk om de voeding óf compleet te maken óf over te stappen naar voeding waar de hond of kat het ook goed op doet. In meeste gevallen kom je dan uit op een van de verschillende soorten hypoallergeen dieet. In het artikel ‘Hypoallergene voeding voor hond en kat‘ lees je hier meer over.
Vragen, opmerkingen, hulp
Heb je na het lezen van deze blog of één van de andere artikelen vragen, opmerkingen of wil je graag hulp. Laat het me vooral weten via één van mijn social media kanalen (Facebook of Instagram), stuur een e-mail naar info@huidadviesvoordieren.nl of vul het contact formulier hieronder in.