Alopecia bij de hond
Naast huidproblemen kunnen dieren ook last krijgen van vachtproblemen en kaalheid. Deze problemen kunnen een onderliggende medische oorzaak hebben (incl. voeding) of door externe factoren zoals foutieve vachtverzorging veroorzaakt worden.
Tussen hondenrassen is er verschil in de samenstelling van de vacht (verhouding en aanwezigheid van dek- en wolharen), lengte van de haren en bestaan er verschillende vachtsoorten, zoals stokhaar (kort, middellang, lang), ruwhaar, kroeshaar etcetera. Er zijn ook haarloze hondenrassen zoals de Mexicaanse of Chinese naakthond.
Uit onderzoek blijkt dat er tussen hondenrassen ook variatie is in de dikte van de haren, haarschubben (dichtheid en patronen) en de vorm, samenstelling en structuur van het binnenste deel van de haren (medulla).
Ongeacht het hondenras verloopt de haargroei in dezelfde fasen. Echter zijn er rasgebonden en individuele verschillen in de lengte/duur van de afzonderlijke groeifasen. Poedels zijn bijvoorbeeld ‘anagen’-dominante honden waarbij merendeel van de haren zich in anagene (groeiende) fase bevindt.
Problemen met de haargroei resulteren vaak in vachtproblemen (verlies ondervacht of dekharen) of kaalheid. De medische term voor kaalheid is alopecia. Er kan sprake zijn van één losse kale plek (focale alopecia), meerdere kale plekken (multifocale alopecia) maar ook gegeneraliseerde alopecia waarbij grote gebieden van het lichaam kaal worden (bv. de flanken of romp). Daarnaast is het mogelijk dat de vacht dunner wordt, we spreken dan van hypotrichose (verminderde beharing). Dit kan een voorstadium van alopecia of op zichzelf staand probleem zijn. Tot slot zien we bij sommige honden met ‘alopecia’ vachtstructuur veranderingen waardoor de vacht dunner behaard of zelfs kaal lijkt.
Haargroei bij de hond
Normaliter zullen dode haren vervangen worden voor nieuwe groeiende haren dankzij de haargroeicyclus.
Er bestaan vijf groeistadia: groeifase (anagen), overgangsfase (catagen), rustfase (telogen+kenogen) en exogen (haaruitvalfase).
Als alles goed verloopt, gaat het haarzakje in regressie na de exogene fase en krijgt het vanuit het lichaam een startsignaal om de cyclus opnieuw te starten. Vanuit de stamcellen in de dermale papil vormt zich dan een nieuw haarzakje dat een nieuwe haar zal maken.
Lees meer over de haargroeicyclus in het artikel ‘Abnormaal haarverlies bij hond en kat‘.
Hieronder de verschillende groeifasen bij de hond:
Help mijn hond wordt kaal!
De haargroei is een zeer complex proces waarbij enorm veel factoren een rol spelen, zoals:
- Invloed van de omgeving: voeding, seizoen, biologisch ritme
- Factoren in de haarzakjes: stamcellen, dermale papil
- Factoren in de huid (deze verandert met de haargroei mee): bindweefsel, onderhuids vetweefsel
- Invloed vanuit het lichaam: zenuwstelsel, genetica, hormonen, immuunsysteem en leeftijd
Er zijn veel medische oorzaken voor abnormaal haarverlies en kaalheid bij de hond. In de diergeneeskunde wordt er een onderscheid gemaakt tussen aangeboren, erfelijke en verkregen kaalheid. Verkregen kaalheid kan verder onderverdeeld worden in diverse groepen. In dit artikel worden alleen de aandoeningen met kaalheid zónder jeuk en dermatitis toegelicht. Uitingen van jeuk zoals krabben, likken, schuren, sleetje rijden en bijten kunnen ook voor kale plekken zorgen. Er zal dan onderzocht moeten worden wáár de jeuk vandaan komt en de oorzaak aanpakken. De haren zullen bij de juiste behandeling van het onderliggende probleem weer terug groeien.
Erfelijke alopecia
Honden met erfelijke alopecia ontwikkelen op jonge leeftijd vachtproblemen en kaalheid. Via de ouderdieren worden deze afwijkingen in de genen (erfelijk) doorgegeven. Ze worden meestal geboren met een volledige vacht maar rond de leeftijd van de eerste vachtwissel (ofwel groei van volwassen vacht) kunnen de problemen ontstaan. De honden zijn dan meestal jonger dan 1-1,5 jaar.
Er kan iets mis gaan bij het biologische proces waarbij de haarzakjes worden aangelegd bij de foetus (morfogenese). Doordat de haarzakjes niet goed zijn aangelegd, kunnen er geen normale haren groeien of zijn deze heel klein of afwezig.
Er kunnen ook veranderingen optreden bij de zgn. ‘wederopbouw’ van de haarzakjes of vorming van nieuwe haren nadat de dode haren van de puppyvacht zijn losgelaten of vorming van volwassen vacht. Tijdens de haargroeicyclus maken de haarzakjes verschillende stadia door waarbij er telkens vanuit stamcellen opnieuw een haarzakje gevormd wordt. Dat opnieuw vormen wordt ook wel ‘wederopbouw’ genoemd. Dit zijn erfelijke problemen die bij specifieke hondenrassen voorkomen. Voorbeelden van aandoeningen of hondenrassen zijn:
- Alopecia X bij dwergkezen
- Hypofysaire dwerggroei bij de Duitse Herder, Saarlooswolfshond, Tamaskan
- Patroonkaalheid (pattern baldness) bij diverse rassen (o.a. teckels)
- Canine flank alopecia / Seizoensgebonden kaalheid bij diverse rassen (o.a. Boxer, Airedale terriër, Rhodesian Ridgeback, bulldoggen)
- Black Hair Follicle Dysplasia
- Kleurmutant alopecia bij diverse rassen met verdunde vachtkleuren
- ‘Kale dijen’ syndroom bij windhonden (Bald Thigh Syndrome)
- Ierse waterspaniël
- Lagotto romagnolo
- Portugese waterhond
- Curly coat retriever
- Chesapeake Bay retriever
- Wetterhoun (Friese waterhond)
Atrofie van haarzakjes door ischemie
Bij onvoldoende bloedtoevoer gaan de haarzakjes in regressie en verschrompelen ze tot ze bijna geheel afwezig zijn. Dit proces noemen we ook wel atrofie: afname van weefsel. Er worden dan geen nieuwe haren meer gemaakt en het dier wordt kaal.
Een tekort aan bloedtoevoer wordt gezien bij ‘traction alopecia‘. Dit wordt gezien bij honden die continue staartjes hebben waarbij de elastiekjes bepaalde drukkracht op de haarzakjes uitoefenen. Het wordt ook gezien bij ‘post-traumatische alopecia‘ en littekenweefsel (na bijvoorbeeld diepe ontstekingen of bijtwonden). Bij de zeldzame aandoening ‘alopecia areata’ zien we in een laat stadium ook verminderde doorbloeding wat kan bijdragen aan de alopecia.
Tot slot bestaat een groep aandoeningen die valt onder ‘ischemische dermatopathie‘. Hierbij worden er naast kaalheid door verminderde doorbloeding ook andere huidafwijkingen gezien (niet-genezende, chronische wondjes, korsten) of zelfs afsterven van de huid. Dit zien we met name op de lichaamsuiteinden zoals staartpunt, nagels/tenen en oorrand/-punt. Meest bekende aandoeningen uit deze groep zijn: ‘Familiale dermatomyositis‘ bij Collies en Shelties en ‘Post-rabiës vaccinatie alopecia/panniculitis’.
De symptomen van ischemische dermatopathie kunnen heel erg lijken op aandoeningen die gepaard gaan met vasculitis. Dit is een ontsteking van de bloedvaatjes waardoor de doorbloeding van weefsels ook verstoord kan raken. Vasculitis wordt vaak onterecht als diagnose gesteld en is werkelijk een symptoom van een andere ziekte.
Verstoring van de haargroeicyclus
Bij deze vorm van kaalheid is de exacte oorzaak van de verstoring niet bekend (idiopathisch) of speelt het hormoonstelsel een rol (endocriene oorzaak).
Een bekend voorbeeld van idiopathische alopecia onder trimmers is ‘Post grooming alopecia’ of ‘Post clipping alopecia‘. Hierbij wordt een hond (of kat) geschoren of kort geknipt maar de haren groeien niet binnen het te verwachten termijn terug. Er zijn meerdere theorieën over het ontstaan van deze vorm van kaalheid. Het is mogelijk dat de honden met post clipping alopecia onderliggend een verstoring van het hormoonstelsel hebben maar hier geen klinische symptomen van hebben. Ook kunnen er fysiologische redenen zijn voor het ontstaan van kaalheid na het trimmen of scheren van de vacht. Denk hierbij aan de tijd van het jaar (in de winter- en zomermaanden zijn meeste haarzakjes in rust) of groeifase waarop de haren zich bevinden op het moment waarop er geschoren wordt. Als de meeste haren zich aan het begin van de telogen (rust)fase zich bevinden, dan kan het (zeker bij bepaalde rassen) lang duren voordat de haarzakjes weer nieuwe haren vormen. De haarzakjes doorlopen namelijk nog de hele telogene en kenogene fase voordat ze weer in anagene (groeiende) fase komen. Tot slot is er een theorie die uitgaat van verandering van de doorbloeding na het plots kort knippen/scheren van de vacht waardoor de omgevingstemperatuur van de huid veranderd. Bij verminderde doorbloeding zullen haarzakjes zich niet goed kunnen vormen waardoor er geen nieuwe haren groeien.
Bij endocriene alopecia is het hormoonstelsel verstoord door een onderliggende medische oorzaak zoals hypothyreoïdie, ziekte van Cushing of overmaat aan oestrogenen (hyperestrogenisme). Bij hormonale kaalheid laat de hond vaak andere symptomen zien zoals gedragsveranderingen, gewichtstoename, sloomheid, vraatzucht, veel drinken en plassen of een bolle buik. Soms is de kaalheid het enige of eerste symptoom.
Alopecia X valt deels onder deze categorie omdat er bij sommige honden met Alopecia X afwijkingen van de geslachtshormonen zijn gevonden en bij een deel van de honden behandeling met melatonine of groeihormoon succesvol is. Dat wijst erop dat hormonen een rol lijken te spelen bij het ontstaan van de klachten maar de precieze oorzaak is niet bekend. Er lijkt namelijk ook een erfelijke basis te zijn voor dit probleem (zie erfelijke alopecia).
Wat te doen bij alopecia bij de hond?
Zoals je hebt kunnen lezen is alopecia bij de hond een zeer uitgebreid probleem met talloze oorzaken. Omdat de haargroeicyclus en aanmaak van haarzakjes zo complex is en er nog veel onbekend is, is het stellen van de diagnose en behandeling niet altijd makkelijk.
Het beste maak je een afspraak bij de dierenarts of een dermatoloog om de oorzaak te achterhalen. De dierenarts zal tijdens het consult allerlei vragen stellen (anamnese) om informatie te verzamelen over het probleem en mogelijke oorzaken. Ook wordt de hond lichamelijk onderzocht en kunnen de haren onder de microscoop bekeken worden (trichogram). Aanvullend onderzoek zoals urine- of bloedonderzoek kan helpen bij het uitsluiten of diagnosticeren van hormonale kaalheid.
In veel gevallen zijn er huidbiopten nodig om er achter te komen wat er aan de hand is met de haarzakjes en haargroei. Het is belangrijk dat de huidbiopten naar een dermato-patholoog gestuurd worden voor de juiste interpretatie. Vanwege de complexiteit van verstoring van de haargroeicyclus is het niet gek om doorgestuurd te worden naar een dermatoloog. Zij hebben veel kennis en ervaring op het gebied van dermatologie incl. vachtproblemen en kaalheid. Ook zijn zij op de hoogte van de nieuwste behandelingen en kunnen zij aan de hand van de uitslag van het weefselonderzoek v/d biopten inschatten welke behandeling het beste is. Zoek je een dierendermatoloog in de buurt, klik dan hier.